Vertrouwen is spannend. Zeker wanneer het je raakt op plekken waar je vroeger geleerd hebt dat je het zelf moet doen, of dat afhankelijkheid gevaarlijk is. Voor veel mensen is het een uitdaging om zich écht te laten steunen, om toe te geven dat ze het even niet weten, of om te zeggen: “Ik heb je nodig.” Dat voelt kwetsbaar. En voelt voor velen als een risico.
Wat we dan vaak doen? We zetten een houding op: de sterke, de onafhankelijke, de perfecte, de succesvolle, de harde werker of de verzorgende. We zorgen liever voor de ander dan dat we zelf toelaten dat we behoefte hebben aan nabijheid. We maken grapjes over onze gevoelens of rationaliseren ze weg. Of we houden de ander op afstand met kritiek, cynisme of analyse.
Want ergens geloven we: als ik laat zien dat ik je nodig heb, verlies ik controle. Of erger: dan zie je iets in mij wat je niet meer aantrekkelijk vindt. Dan raak ik je juist kwijt. Dus doen we alsof het ons niets kan schelen, terwijl we intussen verlangen naar erkenning, nabijheid, geruststelling, zeker in de liefde.
In veel relaties zie je dit patroon:
De een trekt zich terug, de ander gaat duwen. Of allebei trekken ze zich terug en leven als twee eilandjes naast elkaar. Niet omdat er geen liefde is, maar omdat ze elkaar niet meer durven vertrouwen met hun binnenwereld. Misschien omdat het in eerdere relaties of in de kindertijd niet veilig voelde om je kwetsbaar te tonen. Misschien omdat er teleurstellingen zijn geweest die niet goed zijn verwerkt. En zo worden we bang in de liefde.
We worden dan kritisch, gaan controleren, geven de ander subtiele of openlijke signalen dat hij of zij tekortschiet. We cijferen onszelf weg in de hoop dat de ander dan wel voor ons kiest. Of we passen ons zó aan dat we onszelf kwijtraken, om maar de harmonie te bewaren. En ondertussen groeit de leegte. De spanning neemt toe. Emoties dienen zich aan op momenten dat we ze niet verwachten. En groter dan passend bij de situatie.
Wat vaak onder die patronen ligt, is simpel maar pijnlijk: het verlangen om ons veilig te voelen bij de ander. Om te mogen rusten. Om te mogen leunen zonder afgerekend te worden. En om te voelen: ik ben welkom, ook met mijn onhandigheid, mijn twijfel, mijn behoefte.
Juist daarom vraagt het moed. Moed om je hart opnieuw te openen. Moed om het pantser af te doen en toe te geven dat je soms niet sterk bent. Moed om je niet groter voor te doen dan je bent. En moed om te zeggen: “Ik weet het even niet, blijf je bij me?”
Daar begint echte verbinding. Niet in perfectie, maar in eerlijkheid.
Er is moed nodig om lief te hebben. Niet alleen de moed om je hart open te stellen voor een ander, maar ook – en misschien nog wel meer – de moed om naar jezelf te kijken. Eerlijk, zonder excuses, zonder afleiding, zonder jezelf kleiner of groter te maken dan je bent. Dat is de ware durf: niet de ander willen veranderen, maar onderzoeken wat jij bijdraagt aan het patroon waar je in vastloopt. En daarin begeleid ik partners in die er zelf niet meer uitkomen.
Hij luistert niet!
Omdat het zoveel makkelijker is om naar buiten te wijzen. “Zij luistert niet.” “Hij trekt zich steeds terug.” “Ik voel me niet gezien.” En ja, misschien is dat allemaal waar. Maar zolang je alleen dáár blijft hangen, geef je onbewust je kracht en verantwoordelijkheid weg. Dan wordt jouw geluk afhankelijk van of de ander verandert. Dat is een onzeker bestaan.
Wat mensen dan vaak gaan doen? Ze proberen controle te krijgen: door pleasen, manipuleren, zwijgen, of juist schreeuwen. Ze zetten druk, trekken zich terug of wachten eindeloos op een teken van erkenning. Ze hopen dat als de ander maar verandert – liever is, meer praat, minder kritiek heeft – het dan beter zal gaan. Maar zo houd je het patroon juist in stand.
Moed is zeggen: Wat maakt dat ik me steeds niet gehoord voel? Wat raakt dit in mij? Wat doe ik op zo’n moment zelf? Wat vermijd ik misschien? Dat vraagt innerlijke kracht. Want je moet langs je eigen afweer. Je moet jezelf onder ogen komen in je gekwetstheid, in je strategieën, in je controlebehoefte, je vluchtroutes, je woede of je afwijzing.
De nuance tussen schuld en verantwoordelijkheid
Relaties zijn spiegels. Niet altijd leuke, maar wel eerlijke. Ze reflecteren jouw overtuigingen, angsten, verlangens, en overlevingsstrategieën. Alles dat we hebben ontwikkeld om met momenten van verlies van verbinding om te gaan. En als je bereid bent om te kijken, kun je groeien. Niet ondanks de frictie, maar dankzij de frictie.
Een partner triggert niet iets wat er níet is. Hij of zij raakt iets aan wat al in jou zit. Misschien iets ouds, iets dat je al zolang met je meedraagt dat je bent gaan denken dat het gewoon zo is. Dat jij gewoon zo bent. Maar in plaats van te vragen of de ander met een bepaald gedrag wil stoppen, kun je ook onderzoeken: Wat gebeurt er in mij? Wat wordt hier wakker gemaakt?
Wat jij aan vroege ervaringen met je meedraagt en wat je is overkomen, is niet jouw schuld. Maar het is wél jouw verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen. En dat geeft jou meer vrijheid en regie over je eigen leven. En die nuance is belangrijk.
Eigenaarschap begint met nieuwsgierigheid
Projectie is menselijk. We doen het allemaal. We zien in de ander wat we in onszelf niet kunnen of willen aankijken. En dat is precies waarom je zoveel van relaties kunt leren. Ze maken zichtbaar waar jij nog stukken hebt liggen, waar werk te doen is. Waar je je hart hebt gesloten. Waar je jezelf bent kwijtgeraakt. Waar je oude pijn nog regeert.
Moed is erkennen dat jij ook meedoet in een dynamiek. Misschien door te zwijgen terwijl je iets voelt. Door harder te werken voor de liefde dan goed voor je is. Of door muren op te trekken die ooit functioneel waren, maar nu vooral afstand creëren.
Eigenaarschap begint met nieuwsgierigheid. Niet met zelfverwijt. Kun je naar jezelf kijken zonder oordeel, maar met compassie? Durf je de vraag te stellen: Wat is mijn aandeel in wat er nu tussen ons gebeurt?
Wat houdt ons tegen?
Zelfonderzoek klinkt mooi, maar is vaak ook spannend. Je loopt risico: dat je geconfronteerd wordt met pijn, schaamte of angst. Misschien ben je bang dat als je toegeeft wat jouw aandeel is, de ander daar misbruik van maakt. Of dat je iets moet veranderen wat je niet durft of nog niet weet hoe.
We vermijden ook omdat het ons een rotgevoel geeft waar we liever niet naartoe willen. Als je gaat voelen wat er echt speelt – de eenzaamheid, de afwijzing, de angst om niet genoeg te zijn – dan is dat rauw. Maar wat je vermijdt, blijft sturen en terugkomen. Wat je durft te voelen, kan transformeren.
Moed is geen aangeboren karaktereigenschap. Moed is als een spier die je traint. Elke keer dat je kiest om eerlijk te zijn en te kijken in plaats van je te verstoppen, wordt die spier sterker. Elke keer dat je zegt: “Ik voel me onzeker en daarom val ik jou aan” in plaats van te roepen “Jij bent altijd zo hard!” – dan groei je naar een volwassen verbinding.
Moed betekent niet dat je nooit bang bent. Het betekent dat je de angst niet laat bepalen hoe je handelt. Het betekent dat je bereid bent om door de ongemakkelijke stukken heen te gaan, omdat je weet dat er aan de andere kant iets echts wacht.
Kwetsbaarheid veilig maken
Als jij je aandeel durft te zien, geef je ook de ander ruimte om dat te doen. Niet door te zeggen wat de ander moet doen, maar door het voor te leven. Door te zeggen: “Ik zie dat ik me afsluit als jij je terugtrekt, en dat maakt dat ik je ga pushen. Dat is niet helpend, en ik wil dat veranderen.”
Dat is krachtig. Het nodigt uit. Het maakt kwetsbaarheid veilig. Het opent de weg naar oprechte verbinding – niet gebaseerd op controle of aanpassing, maar op gelijkwaardigheid en aanwezigheid.
Relaties worden niet sterker door elkaar proberen te fixen. Ze worden sterker door de bereidheid van twee mensen om zichzelf onder ogen te komen en verantwoordelijkheid te nemen voor wat zij meebrengen. Dan ontstaat er vertrouwen. Dan ontstaat er groei. Dan ontstaat er liefde die niet afhankelijk is van perfectie, maar gevoed wordt door echtheid. Liefde waarbij je meer jezelf kunt zijn.
Wat kun je vandaag doen voor meer moed in de liefde?
- Vraag jezelf af:Wat is mijn aandeel in de situatie waar ik nu last van heb?
- Voel wat er gebeurt in je lijf als je dat onderzoekt – zonder meteen iets op te lossen.
- Deel iets kwetsbaars met je partner, zónder de ander verantwoordelijk te maken.
- Oefen mildheid met jezelf. Moed en zachtheid gaan hand in hand.
Moed om naar jezelf te kijken is geen eenmalige actie. Het is een uitnodiging die zich telkens opnieuw aandient. En ja, soms wil je die uitnodiging liever wegmoffelen. Begrijpelijk. Maar als je ja zegt – telkens weer – dan ontdek je dat jouw aandeel geen last is, maar een mogelijkheid. Een sleutel tot meer vrijheid, verbinding in volwassen liefde.
Ben jij klaar om met moed naar jezelf te kijken?
Herken je jezelf in de patronen die je in dit blog las? Wil je leren hoe je je eigen aandeel kunt onderzoeken zonder oordeel, en zo meer vrijheid en verbinding kunt ervaren in je relatie?
In mijn trajecten leer je niet hoe je je moet aanpassen, maar hoe je trouw kunt blijven aan jezelf én in contact kunt blijven met de ander.
👉 Plan hier een vrijblijvende call dan kijk ik met je mee naar hoe we jullie relatieproblemen kunnen oplossen.
Of download mijn gratis gids: 10 Essentiële Ingrediënten voor een Liefdevolle & Duurzame Relatie